Brandweer Westhoek

Zonecdt: Robert Van Praet

Marcus Vanden Bussche (voorzitter)

Gemeentes: Alveringem, De Panne, Diksmuide, Heuvelland, Houthulst, Ieper, Koekelare, Koksijde, Kortemark, Langemark-Poelkapelle, Lo-Reninge, Mesen, Nieuwpoort, Poperinge, Veurne, Vleteren, Wervik, Zonnebeke

Afgevaardigden V.S.O.A. Westhoek

Contact verantwoordelijk voor de sector:

firefighters@vsoa-g2.eu

Bart Noyens

Verantwoordelijke leider

Firefighter.VL@vsoa-g2.eu 

Deschacht Kurt

info@hemelbedje.be

Oreel Andrew

andrew.oreel@telenet.be





Geachte zonevoorzitter,

Geachte zonecommandant,

Geachte mevrouw,

Wederom stellen wij vast dat Brandweer Westhoek een voorstel tot protocol niet opmaakt zoals de wetgever dit voorschrijft!

Het is aan de vakorganisaties om te tekenen voor 'akkoord' of 'niet akkoord'. De overheid neemt met de formulering 'éénparig akkoord' zelf al een standpunt in voor de vakorganisaties, terwijl de onderhandelingstermijn nog niet was afgerond. VSOA zal normaliter nooit ter tafel een akkoord geven op een voorstel van de overheid omdat we gebruik willen maken van de onderhandelingstermijn om onze achterban te consulteren

Er moet dus op het protocol een mogelijkheid aanwezig zijn om een akkoord/niet akkoord te geven voor het voorstel en daarbij moet er voldoende mogelijkheid aanwezig zijn om dit standpunt te motiverenVSOA verwijst naar art. 25 van het KB van 28 september 1984 - tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel (link)- dat stelt:[...]Art.25. De onderhandeling wordt beëindigd binnen de termijn van dertig dagen sedert de dag van de eerste vergadering waarop het punt ter sprake werd gebracht.Bij onderlinge overeenkomst tussen de aanwezige afvaardigingen kan de termijn worden verlengd. De voorzitter kan de termijn beperken tot tien dagen wanneer hij oordeelt dat een punt dringend moet worden behandeld. Na het verstrijken van de overeenkomstig dit artikel vastgestelde termijn is de onderhandeling ten einde en maakt de voorzitter het in artikel 30 bedoelde ontwerp van protocol op. [...]In concreto wil dit zeggen dat pas 30 dagen na de eerste behandeling van een punt op de agenda de onderhandelingsperiode beëindigd wordt, m.a.w. hebben de vakorganisaties 30 dagen tijd om een motivatie voor akkoord /niet akkoord te formuleren. De dagorde moet bovendien, overeenkomstig art. 24, 3de alinea, de 'voorziene termijnen' van de onderhandeling vermelden, dit staat ook niet als dusdanig op de door u verstrekte dagorde.Na het verstrijken van de wettelijke onderhandelingstermijn en wanneer de verschillende standpunten van de overheid en/of de vakorganisaties bekend gemaakt zijn, kan een protocol opgesteld worden, welk ter ondertekening voorgelegd wordt aan de verschillende partijen.

Mag ik u bij deze nogmaals formeel verzoeken om de vigerende wetgeving te respecteren, uw voorstel van protocol dermate aan te passen dat de mogelijkheid om te tekenen voor 'akkoord' of 'niet akkoord' aanwezig is en de wettelijke onderhandelingstermijn te respecteren.

Na de ondertekening door alle partijen wordt een getekende kopie aan alle partijen bezorgd!

VSOA maakte al eerder deze opmerking over aan u, maar blijkbaar wordt er geen tot weinig rekening gehouden met de door ons aangehaalde aandachtspunten, noch met de wetgeving. Wij willen benadrukken dat dit schrijven een laatste aanmaning is om zich in regel te stellen met de wetgeving. Bij uitblijven zien wij ons genoodzaakt de bevoegde diensten van de FOD WASO belast met toezicht op de sociale wetten te consulteren en een klacht over te maken.

Hopende op een snelle rechtzetting en met respect voor de wetgeving van de sociale dialoogSteeds bereid de nodige toelichting te verschaffen


Met aandacht hebben wij kennis genomen van uw schrijven in reactie op onze opmerkingen naar aanleiding van de onderhandeling.Enerzijds verwijst u naar de diverse informele momenten waarin een technische werkgroep samenkwam om de wijzigingen voor te bereiden alvorens deze op een formeel BOC te agenderen.De wetgever heeft niet voorzien in een bindend karakter van een informele werksessie, noch van een verplichte aanwezigheid op deze werksessies. Enkel in een formeel BOC worden de verschillende standpunten geponeerd. Het feit dat in het formeel overleg geen opmerkingen gemaakt werden of dat onze afvaardiging geen uitspraak deed over 'akkoord' of 'niet akoord' doet hier niets ter zake.VSOA verwijst naar de regelgeving syndicaal statuut en citeren wij artikel 25 van het KB van 28 september 1984 dat stelt:[...]Art.25. De onderhandeling wordt beëindigd binnen de termijn van dertig dagen sedert de dag van de eerste vergadering waarop het punt ter sprake werd gebracht. Bij onderlinge overeenkomst tussen de aanwezige afvaardigingen kan de termijn worden verlengd. De voorzitter kan de termijn beperken tot tien dagen wanneer hij oordeelt dat een punt dringend moet worden behandeld. Na het verstrijken van de overeenkomstig dit artikel vastgestelde termijn is de onderhandeling ten einde en maakt de voorzitter het in artikel 30 bedoelde ontwerp van protocol op. [...]Het agendapunt werd officieel geagendeerd op het HOC/BOC van 26/05/2023, wat impliceert dat de onderhandelingstermijn beëindigd wordt op 25/06/2023. De laatste paragraaf bepaalt dat na het verstrijken van deze termijn het protocol wordt opgemaakt.De door u gehanteerde termijn is dus niet in overeenstemming met de wetgeving. VSOA zal dan ook tekenen voor 'NIET AKKOORD'Gezien, overeenkomstig de wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen, een unaniem akkoord noodzakelijk is voor een wijziging van een arbeidsreglement, verzoeken wij u. de nodige acties te initiëren.


 Brussel, 25 juni 2023 


Geachte,

 Naar aanleiding van het verslag van het BOC van 26 mei 2023 wil VSOA bij middel van dit schrijven zijn opmerkingen meedelen betreffende het arbeidsreglement. 

1. Betreffende het arbeidsreglement: 

Art. 11 van Punt 5.2. van het voorliggende arbeidsreglement bepaalt dat: [...] Elk personeelslid ontvangt het arbeidsreglement en moet tekenen voor ontvangst. Alle latere wijzigingen worden bekendgemaakt aan de personeelsleden via de nieuwsbrief en dienstorders. De werkgever en het personeelslid hebben kennis van het arbeidsreglement en leven de bepalingen te allen tijde na. Het arbeidsreglement is van toepassing op alle personeelsleden van Brandweer Westhoek, ongeacht of er reeds getekend werd voor ontvangst. [...] De bepaling 'ongeacht of er reeds getekend werd voor ontvangst' is strijdig met art. 4 van de Wet van 8 april 1965 betreffende de wet tot instelling van de arbeidsreglementen, welk bepaalt dat [...] Het arbeidsreglement kan echter niet tegen de werknemer worden ingeroepen indien de werkgever hem daarvan geen kopie heeft bezorgd.

 De wijzigingen van het arbeidsreglement kunnen niet tegen de werknemer worden ingeroepen indien de werkgever de door deze wet voorziene wijzigingsprocedure niet heeft nageleefd [...]  De handtekening van het personeelslid is de enige valabele garantie dat een personeelslid een kopie van het arbeidsreglement ontving. 

● Art. 37 van het arbeidsreglement stelt dat in elke post repetitieve uurroosters van toepassing zijn. 

Art. 6. § 1. van de arbeidstijdenwet bepaalt dat In elke hulpverleningszone en in de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp worden de arbeidsregimes vastgelegd met inachtname van de bepalingen van artikel 5. De verschillende uurroosters die in uitvoering van de van toepassing zijnde arbeidsregimes worden voorzien op zonaal niveau, worden opgenomen in het arbeidsreglement. VSOA moet vaststellen dat de verschillende uurroosters van de posten niet opgenomen zijn in het arbeidsreglement 

● Art. 37, 5 de bullet [...] Elk personeelslid wordt toegewezen aan een post en werkt volgens één van de repetitieve uurroosters van de betrokken post. Hoewel het uurrooster verbonden is aan een post, kan het personeel opgedragen worden om zijn diensttijd uit te voeren in een andere post om de continuïteit van de dienst te verzekeren. [...] In art. 6 § 2 van de arbeidstijdenwet lezen wij dat 'met toepassing van de bepalingen van het arbeidsreglement bepaalt de commandant of zijn afgevaardigde, de verdeling van de wachtdiensten in de kazerne en de oproepbaarheidsdiensten. De verdeling wordt minstens drie maanden op voorhand meegedeeld aan de werknemer, behalve in geval van hoogdringendheid'. Dit heeft voor gevolg dat geen ad hoc wijzigingen kunnen voorgesteld worden enkel in geval van hoogdringendheid kan een 'verplaatste dienst' opgelegd worden. VSOA vereist bovendien dat in dergelijke gevallen het personeelslid een dienstvoertuig ter beschikking krijgt om deze onvoorziene verplaatsing te maken of, indien hij/zij over een persoonlijk vervoermiddel beschikt dat de verplaatsingstijd als arbeidstijd aanzien wordt en er een km-vergoeding voorzien moet worden. 

● Art 37, 6 de bullet [...] Door wijzigingen in de organisatie van de posten kunnen er wijzigingen gebeuren aan het repetitieve uurrooster. [...] De dienstrooster moeten opgenomen worden in het arbeidsreglement en zijn onderhevig aan onderhandeling conform de bepaling van het KB van 28 september 1984, zij kunnen niet zonder meer gewijzigd worden 

● Art. 37, 9 de bullet [...] Personeelsleden in continudienst hebben na minstens 6 uur arbeid recht op een pauze van 30 minuten. Zij blijven gedurende de hele dienst beschikbaar, en dienen niet in en uit te prikken tijdens de pauze. Dit heeft als gevolg dat zij voor de aanvang van de dienst maaltijden dienen te voorzien. Het is enkel toegelaten om de dienst te verlaten mits voorafgaande toestemming van de postoverste. [...] Een personeelslid dat nog steeds kan voldoen aan de voorwaarden om binnen de gestelde tijd een oproep te beantwoorden, is vrij om zich tijdens deze rustpauze elders te begeven. De enige voorwaarde die de werkgever kan opleggen is de uitruktijd. Gezien het hier rust betreft kan een personeelslid dit dus gebruiken hoe en waar  hij/zij dit wil.

 ● Art. 38 Wat betreft de 'klokvaste' aanwezigheid van het personeelslid in arbeidskledij op de werkvloer verwijzen we naar het arrest van het arbeidshof van Bergen (Arbh. Bergen, 10 oktober 2016, A.R. nr. 2013/AM/405): [...] De tijd die werknemers verplicht op de arbeidsplaats moeten spenderen om zich om te kleden, moet als arbeidstijd beschouwd en vergoed worden indien het niet respecteren van deze verplichte aanwezigheid aanleiding geeft tot inhoudingen op loon. Tijdens deze periode beschikt de werknemer immers niet meer vrij over zijn tijd en staat hij dus reeds ter beschikking van de werkgever. [...] Diesntkledij is verplicht en bovendien ook als een PBM-geklasseerd waardoor omkleedtijd dus arbeidstijd is. De bepaling in het arbeidsreglement moet dan ook in die zin aangepast worden 

● Art. 39 (en 50) - Overuren Overuren kunnen conform de bepalingen van de arbeidstijdenwet van 19 april 2014 door operationeel personeel niet gemaakt worden. Een overdracht van 12 uur voor een referentieperiode is dan ook een overschrijding van de arbeidstijd en dus niet legitiem.(art. 5 - arbeidstijdenwet operationeel personeel) Overeenkomstig de bepaling van de Wet arbeidstijd kan opt-out enkel aangewend worden voor wachtdiensten in de kazerne en/of interventies. VSOA kan zich niet akkoord verklaren met bepalingen die in strijd zijn met bestaande wetgeving 

● Art. 40 Ongeacht het feit dat het operationeel personeel in dagdienst tewerkgesteld wordt, is de rustpauze van 30 minuten een bezoldigde prestatie (arrest van het EHJ van 9 september 2021) [...] Gelet op een en ander dient op de eerste en de tweede prejudiciële vraag te worden geantwoord dat artikel 2 van richtlijn 2003/88 aldus moet worden uitgelegd dat de aan een werknemer tijdens zijn dagelijkse arbeidstijd toegestane pauze, waarin hij indien nodig binnen een termijn van twee minuten moet kunnen uitrukken voor een interventie, "arbeidstijd" in de zin van die bepaling vormt wanneer uit een algehele beoordeling van alle relevante omstandigheden blijkt dat de aan die werknemer opgelegde beperkingen tijdens die pauze van dien aard zijn dat zij objectief gesproken en in zeer aanzienlijke mate gevolgen hebben voor zijn mogelijkheden om de tijd waarin er geen beroepswerkzaamheden van hem worden verlangd vrijelijk in te vullen en aan zijn eigen interesses te besteden. [...] 

● Art. 151 [...] De beschikbaarheidsverplichting is minstens 22,5 % van de tijd (brandweertaken) gemeten over een periode van één kalenderjaar. Volgende beschikbaarheden worden meegerekend binnen de verplichting: • gewone beschikbaarheid binnen de woonplaatsverplichting • alle vergoede prestaties m.b.t. brandweertaken. m.u.v. de vrijwillige brandweerman die enkel voldoet aan de werkplaatsverplichting en zich enkel beschikbaar stelt tijdens de werkuren, hij dient een beschikbaarheid te behalen van 15 % (brandweertaken)gemeten over een periode van 1 kalenderjaar. [...] VSOA kan zich niet akkoord verklaren dat er andere percentages gehanteerd worden voor dezelfde personeelsleden, m.n. de vrijwillige personeelsleden. 

● Art. 164 Operationeel personeel kan nooit gecontroleerd worden door niet-operationeel personeel. M.a.w. het toezichthoudend personeel is enkel bevoegd voor de taken die zij behartigen. Operationeel personeel kan dus enkel beoordeeld of gecontroleerd worden door hiërarchische leidinggevende in een operationele graad 

● Art. 200 Het art. 224 van het KB administratief statuut bepaalt dat een beroepspersoneelslid dat in de loop van een prestatie ziek wordt, van zijn functionele meerdere dienstvrijstelling krijgt om zich naar een arts te begeven. Hieruit volgt dat er dan een medisch attest zal volgen en er dus 'geen afwezigheid zonder attest' ingeschreven dient te worden. Verder bepaalt het KB geen beperking van het optreden van de ziekte, dus minimaal 2 uur is strijdig met het KB. 

● Art. 219 Een onwettige afwezigheid op een medisch onderzoek kan nooit aanleiding geven tot een terugvordering van de kosten. VSOA wil dit artikel geschrapt zien 

● Art. 234 Een personeelslid dat medicatie neemt, ongeacht of dit een invloed heeft op zijn rijgedrag of functioneren, kan nooit gedwongen worden om dit aan zijn hiërarchische meerdere te melden. Dit valt onder het medisch geheim! Indien de leidinggevende twijfelt aan de gezondheidstoestand en de overeenstemming met de functie, kan altijd een consult bij een arbeidsarts gevraagd worden. 

● Art 241 dient geschrapt Gelet op bovenstaande argumenten ziet VSOA zich genoodzaakt een protocol voor NIET AKKOORD te tekenen met betrekking tot de wijzigingen van het arbeidsreglement


25 april 2021

Beste,

Het VSOA wenst de volgende punten op de dagorder van de volgende CPBW te plaatsen :


1. Het VSOA vraagt advies aan IPBW en EPBW betreffende sociale voorzieningenter beschikking van de werknemers (Sanitaire installaties, inzonderheid kleedkamers, wastafels, douches en toiletten, refter,rustlokaal en lokaal voor de zwangere werkneemsters en de werkneemsters die borstvoeding geven) in de posten van de zone.

Documentatie : Art. III.1-39,art. III.1-40, art. III.1-41, art. III.1-32, art. III.1-44, art. III.1-45 et art. III.1-46 van boek III, titel 1er van de CODEX.

Art. III.1-39. De werkgever stelt de volgende sociale voorzieningen ter beschikking van de werknemers:

1° sanitaire installaties, inzonderheid kleedkamers, wastafels, douches en toiletten;

2° een refter;

3° een rustlokaal;

4° een lokaal voor de zwangere werkneemsters en de werkneemsters die borstvoeding geven.

Hij bepaalt de ligging, de inrichting en de uitrusting van de sociale voorzieningen na advies van de preventieadviseur-arbeidsarts en het Comité.

Art.III.1-41. De lokalen waarin zich sociale voorzieningen bevinden zijn voldoende ruim bemeten en bieden alle waarborgen inzake veiligheid en hygiëne.
Ze worden verlucht, verlicht en verwarmd in functie van hun bestemming.

Ze worden voorzien van meubilair dat beantwoordt aan de bestemming van het lokaal en ze zijn gemakkelijk toegankelijk.

Art. III.1-44. De kleedkamers, wastafels en douches bevinden zich in één of verschillende lokalen die volledig gescheiden zijn van de arbeidsplaats.

Zij mogen in één enkel lokaal worden ingericht of in aanpalende lokalen die met elkaar in verbinding staan.

Deze lokalen moeten op slot kunnen worden gedaan.

Art.III.1-45. Er wordt voorzien in aparte kleedkamers, douches en toiletten voor mannen en vrouwen.

Wanneer er enkel wastafels aanwezig zijn, omdat er geen douches vereist zijn, wordt er voorzien in aparte wastafels voor mannen en vrouwen.

2. Het VSOA vraagt advies aan IPBW en EPBW betreffende kleedkamers ter beschikking van de werknemers in de posten van de zone.

Documentatie : Art. III.1-48 en bijlage III.1-1. boek III, titel 1 van CODEX.

  1. 1.2. Uitrusting

De kleedkamers zijn uitgerust met, hetzij gewone kapstokken met kleerhaken, hetzij individuele kleerkasten, die gemakkelijk schoon te maken zijn. De afstand tussen twee rijen kleerhangers, kapstokken of individuele kleerkasten bedraagt tenminste 1,20 m. Indien gebruik wordt gemaakt van kleerhangers of gewone kapstokken, moeten bovendien rijen van individuele opbergvakken aanwezig zijn, waarvan de minimum binnenafmetingen 30 cm breed, 25 cm hoog en 30 cm diep zijn en waarvan de deur doorboord is of voorzien is van traliewerk zodat de verluchting en discretie verzekerd zijn. Indien gebruik wordt gemaakt van individuele kleerkasten, zijn deze volledig door volle tussenschotten van elkaar gescheiden.

Binnenin moeten ze tenminste 30 cm breed, 48 cm diep en 1,60 m hoog zijn. Zij zijn bovenaan voorzien van ten minste een kleerhaak en van een legplank. De kleerkasten en de individuele vakken worden volkomen net gehouden en worden doeltreffend verlucht. Indien de kleerkasten mechanisch verlucht worden en in zover de uitgevoerde werken geen risico inhouden op bevuiling, intoxicatie of besmetting mag de breedte van de kasten teruggebracht worden tot 25 cm, mits gunstig advies van het Comité.

Deze kleerkasten dienen evenwel bovenaan niet voorzien te zijn van een legplank en hun hoogte aan de binnenzijde mag beperkt worden tot 1,40 m, op voorwaarde dat tenminste twee kleerhaken voorzien zijn en ze ten minste 37,50 cm breed zijn. De kleerhaken van de gewone kapstokken moeten door vrije tussenruimten van ten minste 30 cm van elkaar gescheiden zijn.

In geval er verscheidene rijen van kleerhaken bestaan, wordt ertussen een afstand van tenminste 1,20 m gelaten. Wanneer een enkele kleerkast met twee volledig gescheiden vakken, die ieder voldoen aan de afmetingen bepaald in de vorige leden wordt gebruikt, zijn er in elk geval een kleerhaak als- mede, bovenaan, een legplank ofwel tenminste twee kleerhaken naar gelang dat de vakken aan de binnenzijde al dan niet 1,60 m hoog zijn.

3. Het VSOA vraagt advies aan IPBW en EPBW betreffende wastafels en douches ter beschikking van de werknemers in de posten van de zone.

Documentatie : Art. III.1-49,art. III.1-50, art. III.1-52, art. III.1-53, art. III.1-54 boek III, titel 1 CODEX.

Art. III.1-49.- De wastafels en douches worden ingericht in specifiek hiertoe bestemde lokalen. De wastafels mogen evenwel ingericht worden in de toiletten indien de aard van het werk en de afwezigheid van risico's dit rechtvaardigen en mits het akkoord van het Comité werd bekomen.

Art. III.1-50.- Wanneer de werknemers ingevolge de aard van het werk dienen gebruik te maken van de wastafels zorgt de werkgever ervoor dat er per drie werknemers die gelijktijdig hun arbeidstijd beëindigen, tenminste één kraan is. Dit aantal mag evenwel verminderd worden tot één kraan per vijf werknemers die gelijktijdig hun arbeidstijd beëindigen indien de aard van het werk en de daaraan verbonden risico's dit kunnen rechtvaardigen en voor zover het Comité hiermee akkoord is.

Art. III.1-52.- Indien de werknemers tijdens het werk hun handen moeten wassen, worden er wastafels in de nabijheid van de werkpost geïnstalleerd.

Art. III.1-53.- De werkgever stelt een douche met warm en koud water ter beschikking van de werknemers, indien:

1° de werknemers worden blootgesteld aan overmatige warmte;

2° de werknemers sterk bevuilend werk verrichten;

3° de werknemers worden blootgesteld aan gevaarlijke chemische of biologische agentia. Er wordt voorzien in één douche per groep van zes werknemers die gelijktijdig de arbeidstijd beëindigen. De doucheruimten zijn voldoende ruim bemeten om iedere werknemer in staat te stellen zich onder hygiënisch verantwoorde omstandigheden ongehinderd te wassen.

Art. III.1-54.- De werkgever stelt zonder kosten voor de werknemers voldoende toiletartikelen en, in voorkomend geval speciale reinigingsproducten evenals elke andere bijkomende uitrusting, ter beschikking van de werknemers.

Hij stelt eveneens voldoende handdoeken ter beschikking waarvan hij het onderhoud en de tijdige vervanging verzekert. Voor het drogen van de handen kan hij een ander middel ter beschikking stellen.

De inrichtingen van de douches bestaan uit afzonderlijke cabines.

Binnen elke cabine zijn er voorzieningen (bijvoorbeeld een kapstok of kleerhaak en legplank) die toelaten de persoonlijke bezittingen (bijvoorbeeld kleding, handdoek, bril...) droog op te bergen en één enkel stortbad. Deze cabines zijn ruim genoeg en op zulke wijze ingericht dat de gebruikers er zich volledig kunnen in afzonderen.

Zij zijn door ondoorzichtige wanden van ten minste 1,90 m hoog van elkaar gescheiden. Om het schoonmaken ervan te vergemakkelijken mag onderaan een vrije ruimte van ongeveer 15 cm worden gelaten. De douches zijn dermate ingericht dat de werknemers niet kunnen uitglijden of vallen.

De vloer van de cabines van de douches moet gemakkelijk schoongemaakt en ontsmet kunnen worden. De temperatuur van het water bedraagt 36 °C tot 38 °C en de werknemers worden niet blootgesteld aan tocht.

4. Het VSOA vraagt advies aan IPBW en EPBW betreffende toiletten ter beschikking van de werknemers in de posten van de zone.

Art. III.1-56.- De toiletten bestaan uit één of meerdere individuele wc's en desgevallend urinoirs, samen met één of meerdere wastafels. De toiletten zijn volledig gescheiden voor mannen en vrouwen, en bevinden zich dicht bij hun werkpost, de rustlokalen, de kleedkamers en de douches.

Art. III.1-57.- Het aantal individuele wc's bedraagt tenminste 1 per 15 mannelijke werknemers die gelijktijdig worden tewerkgesteld en ten minste 1 per 15 vrouwelijke werknemers die gelijktijdig worden tewerkgesteld.

Het VSOA vraagt advies aan IPBW en EPBW betreffende lokaal voor de zwangere werkneemsters en de werkneemsters die borstvoeding geven.

Documentatie : Art. III.1-62 boek III, titel 1 CODEX.

Het VSOA herinnert eraan dat wanneer een representatieve vakorganisatie aan de voorzitter van een overlegcomité schriftelijk vraagt een aangelegenheid betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk op de dagorde te plaatsen, dient hij het comité zo spoedig mogelijk bijeen te roepen, en uiterlijk dertig dagen na ontvangst van de vraag.

Mvg,

Eric LABOURDETTE

Verantwoordelijke leider


Nachtschift

Zonecommandant Kristof Dorné ontving vanuit het operationeel kader volgende vraag: Is het mogelijk om volledige nachtdiensten te presteren i.p.v. 6 uur? 

Dit zouden dan 10 uur geplande opt-out uren zijn en 2 overuren. De zonecommandant licht toe.

Brugdagen 2022

 In 2022 zijn er 3 feestdagen die in een weekend vallen. Brandweer Westhoek doet volgend voorstel om deze feestdagen in te plannen als brugdagen: 

- Zaterdag 01/01/2022 -> vrijdag 27/05/2022 (volgend op hemelvaart) 

- Zondag 01/05/2022 -> vrijdag 22/07/2022 ( volgend op de nationale feestdag) 

- Zondag 25/12/2022 -> maandag 31/10/2022 (voor Allerheilige) 

Deze brugdagen zijn van toepassing voor zowel de contractuele en statutaire administratieve personeelsleden als voor de beroepspersoneelsleden, m.u.v. de beroepspersoneelsleden die op deze brugdag ingepland zijn voor een ambulancedienst en de contractuele dispatchers die ingepland zijn voor een dienst op de dispatching.

Collectief verlof 2021 - 2022

 In 2021 zal het collectief verlof plaatsvinden van maandag 27 december 2021 tot en met vrijdag 31 december 2021. 

In 2022 zal het collectief verlof plaatsvinden van maandag 26 december 2022 tot en met vrijdag 30 december 2022. 

Dit collectief verlof is van toepassing voor alle contractuele en statutaire administratieve personeelsleden en de beroepsofficieren in dagdienst 7,6 uur. 

Bevorderingen beroepspersoneelsleden 

Het VSOA vraagt het standpunt van de zonecommandant m.b.t. de bevorderingen van de beroepspersoneelsleden die deelgenomen hebben aan de procedure voor bevordering tot Korporaal en Sergeant. 

De zonecommandant licht toe. 

 Zonaal informatiecomité 

De zonecommandant wenst de huidige samenstelling van het ZIC aan te passen. 

Momenteel zetelen er 44 mensen in het ZIC, dit is teveel om efficiënt te vergaderen en bovendien is niet elke post vertegenwoordigd in het ZIC. Toekomstige samenstelling: 

• Zonecommadant of afgevaardigde (officier Technische Commissie) 

• 1 Personeelslid per post (22 posten) 

• Per regio: basiskader, middenkader en hoger kader, HVA, waarvan 1 beroepspersoneelslid indien er meer dan 6 beroepspersoneelsleden zijn in de regio. 

• 2 personeelsleden uit het administratief en logistiek personeel. Verkiezingen: De oprichting van en de oproep tot kandidaten voor het zonaal informatiecomité wordt bekendgemaakt via de interne communicatiekanalen van Brandweer Westhoek. 

Kandidaturen worden ingediend bij de betreffende regiodirecteur. Indien er meerdere kandidaten per kader zijn, zullen er verkiezingen georganiseerd worden. 

De leden van het ZIC worden aangesteld voor een periode van 3 jaar. 

Dit werd reeds besproken in het ZIC van 8 december 2020. Bijgevoegd het huishoudelijk reglement. 


Verslag van het bijzonder onderhandelingscomité en het hoog overlegcomité 20 februari 2020

Reglement op de elektronische tijdsregistratie

VSOA vraagt of er rekening gehouden werd met de twee werkplaatsen in De panne en in Veurne. Hier werd rekening mee gehouden, er zal geregistreerd kunnen worden op de verschillende werkplaatsen.

Opt-out

De Voorzitter verduidelijkt dat de wetgeving correct toegepast moet worden en dat gebeurt ook via het dienstorder. Er wordt afgewacht wat Netwerk Brandweer kan/zal bekomen in het overleg met FOD BiZa. Zij begrijpt wel dat dit een effect heeft op de werking.

Er zal een werkgroep opgestart worden om een analyse te maken om na te gaan welke posten een tekort hebben aan ambulanciers of andere personeelsleden.

Er zal vanuit de administratie een voorstel geagendeerd worden op het zonecollege van 6 maart 2020.

De zonecommandant wil meegeven dat er binnenkort een dienstnota uitgestuurd zal worden m.b.t de te maken afspraken voor het intrekken van verlof voor dringende interventies.

Varia

  • Vraag VSOA: kledijzakken decentrale opleidingen

- VSOA vraagt of het mogelijk is om per post enkele zakken voor de kledij aan te kopen. Deze zakken worden gebruikt wanneer de personeelsleden op opleiding moeten. Dit punt werd reeds eerder besproken en toen afgewezen. Het staat ook niet meer op de begroting. Voorlopig is dit dus niet mogelijk.


Geachte,

De personeelsdienst ontving de vraag wanneer de personeelsleden getest zouden kunnen worden op covid-19, aangezien zij toch ook in de vuurlinie staan. Preventieadviseur Didier Salembier formuleert onderstaand antwoord:

De nationale veiligheidsraad is aan het switchen naar een compleet andere tactiek waardoor er overgeschakeld zou worden van "enkel testen als het strikt noodzakelijk is om de behandeling aan te passen" naar "contacttracing - testing - isolation". Misschien heb je op het persmoment van vrijdag ook horen vallen dat er 2000 mensen per gemeenschap (6000 FTE's dus voor het hele land) opgeleid zullen worden om 24/7 al onze whereabouts uit te zoeken en bij iedereen die positief getest wordt, zouden alle contacten van de laatste 14 dagen dan verplicht getest worden. Los van privacy-issues wil dat zeggen dat iedereen waarschijnlijk wel een paar keer per maand naar het ziekenhuis zal mogen voor een test.

Het officiële antwoord op vandaag (maar kan dus elk moment verouderd zijn) is dat het gewoon niet toegelaten is om iedereen te testen. De gevalsdefinitie van COVID-19 ligt letterlijk vast en wordt nu gelukkig maar een paar keer per week meer bijgestuurd. Maar je moet dus voldoen aan deze gevalsdefinitie om te MOGEN getest worden. Voor gewone burgers is dat trouwens enkel wanneer je symptomen hebt EN er een ziekenhuisopname nodig is (gevalsdefinitie van maandag laatstleden). Enige uitzondering voor burgers is als bv de pneumoloog met 100% zekerheid moet weten wat de ziekte aanwezig is omdat de behandeling anders dreigt in gevaar te komen, dan kan er alsnog een test voorgeschreven worden.

Er is echter een heel interessante wijziging gekomen op deze gevalsdefinitie eind vorige week: alle zorgverleners (waarbij dit vrij vlot interpreteerbaar is als ook ambulanciers en brandweermannen die specifiek in contact kwamen met een potentiële patiënt... praktisch iedereen volgens de laatste gevalsdefinitie voor burgers 😊): deze mensen hoeven geen bijkomende factoren te hebben om een test te mogen ondergaan! Als een ambulancier bv hoest, snotneus en smaakverlies heeft (ik zeg maar iets), dan kan hij naar zijn huisarts bellen, duidelijk vermelden dat hij zorgverlener is en dan kan zijn huisarts hem een test voorschrijven, dus ook zonder ziekenhuisopname!

Waarom worden personeel en bewoners van bepaalde WZC's dan TOCH allemaal gescreend? Dat is specifiek omdat hun instelling op de risicolijst stond van de veiligheidsraad, dan worden alle personen daar ook gescreend, geen vrije keuze van het WZC dus! Meer nog: de testen moeten dan afgenomen worden met materiaal aangeboden door het FOD en door een labo aangeduid door het FOD.

De enige uitzondering zou zijn dat we zelf een klinisch labo uitbaten en dat we dan zelf ons eigen personeel op eigen kosten testen. Dit is wat veel ziekenhuizen doen wanneer ze een outbreak hebben op een bepaalde dienst. Alleen is dat uiteraard niet mogelijk zonder de juiste vergunningen en gekwalificeerd personeel... Het is ook niet mogelijk om bij ziekenhuizen aan te kloppen en te vragen als zij dat even tussenin willen doen voor ons, zij mogen dat gewoon niet uitvoeren en hebben hier ook geen ademruimte voor.

Stel dat we TOCH een achterdeurtje ontdekken waardoor we een volledige test laten uitvoeren, dan zitten we nog met een paar grote problemen:

  • Een test is een momentopname, je moet deze dus (bv) alle 7 dagen herhalen om er iets nuttigs van info uit te halen. Of uiteraard gaan isoleren wat wil zeggen dat we niet meer naar interventies met patiënten kunnen. Zoiets wordt bv gedaan bij een outbreak op een dienst in een ziekenhuis.
  • De test geeft absoluut geen enkele zekerheid, enkel van positief zijn we zeker dat het positief is. Daarom ook dat er voor gekozen is door de veiligheidsraad om de gevalsdefinitie zo te wijzigen dat iedereen met symptomen in thuisquarantaine moet zonder test: negatief is namelijk te vaak niet negatief, zoals nu steeds beter aangetoond kan worden via CT (omdat er nu genoeg gevallen zijn waarbij vervolgschade op de longen voldoende aantoonbaar wordt)

Dus:

  • via de laatste gevalsdefinitie kan er bij symptomen bij hulpverleners (!) gewoon via de huisarts een test bekomen worden in een ziekenhuis
  • een algemene test heeft slechts nut als je de post volledig in quarantaine houdt tot na de pandemie of dat je deze (bv) wekelijks herhaald
  • binnenkort starten de 2000/6000 contact-tracers en zal iedereen sowieso regelmatig getest worden en vermoedelijk ook regelmatig eens een paar dagen in quarantaine vliegen


Verslag Van het bijzonder onderhandelingscomité en het hoog overlegcomité 19 december 2019


Gebruik alcoholtester


De zonecommandant wil een gehomologeerd toestel aanschaffen om alcoholmisbruik tegen te gaan. Er wordt regelmatig een melding gemaakt van personeelsleden die op interventie toekomen terwijl er een vermoeden is vanalcoholgebruik. Het gebruik van de kleine alcoholtesters wordt afgeraden door Binnenlandse Zaken.
De zonecommandant wil dat, wanneer er een vermoeden van alcoholgebruik is, er een alcoholtest afgenomen wordt met het toestel. Er ontstaat echter een probleem wanneer de persoon weigert te blazen.
Burgemeester Liefooghe is absoluut geen voorstander van dit voorstel en het aanschaffen van dit toestel.
Burgemeester Liefooghe vindt dat de officier van dienst moet meegeven dat deze persoon niet in staat is om mee te gaan op interventie of deel te nemen aan de oefening. De vakbondsafgevaardigden zijn niet akkoord met het voorstel tot aanschaf van een toestel.
Er kan wel een standaard test opgesteld worden.


VSOA vraagt of het mogelijk is om een campagne rond alcoholgebruik op te starten. Het promoten van alcoholvrij bier en geen zwaar bier meer aan te bieden in de kazernes.

Aanwerving- en bevorderingsprocedures


Er wordt budget overgedragen van 2019 naar 2020 voor de bevordering van Coördinator HVA.
Er zal opnieuw een procedure voor bevordering tot Luitenant georganiseerd worden, dit is noodzakelijk aangezien er in 2023 een tekort aan officieren al ontstaan. Er zal nagekeken worden in welke posten er nood is aan officieren.
Een vakbond vraagt dat de procedures afgestemd worden op de cursussen die aflopen. Eerst Korporaal, dan pas Sergeant. Vanaf de graad van Korporaal kan er deelgenomen worden aan de opleiding Adjudant.

 Bureau van vrijwilligers
De installatievergadering vond plaats op 4 december. Adjudant Patrick Gunst werd aangesteld als voorzitter en brandweerman Pieter Demeulemeester is secretaris.
Er werd een vergadering vastgelegd met aanwezigheid van de zonecommandant op 22 januari 2020 om de intenties en doelstellingen van het bureau te verduidelijken.


Opt-out

De zonecommandant stelt voor om de beroepspersoneelsleden 36 uur per week te laten werken en de overige twee uur in een teller te plaatsten. Dit betekent een teller van 104 uur per jaar om vergaderingen, opleidingen, oefeningen, ed in te plannen.
Burgemeester Liefooghe stelt zich de vraag of dit wel praktisch mogelijk is, is dit werkbaar? Het werken met een teller van 104uur wordt moeilijk om op te volgen. Niet alles kan ingepland worden, opleidingen en oefeningen worden soms geschrapt of verplaatst van datum. Dit zou administratief heel wat opvolgwerk vragen van zowel de personeelsdienst als dienst VTO.
Vakbond haalt aan dat de vergaderingen en de opleidingen ingepland kunnen worden als een wachtdienst, dit is wettelijk toegelaten. De zonecommandant betwijfelt dit. Een vakbond vraagt wat flexibiliteit van de zonecommandant.

VSOA wil de situatie schetsen en enkele punten aanhalen waarom de teller van 104 uren niet werkbaar is, er wordt aangehaald dat het beroepskader zich flexibel opstelt en wil dit ook blijven doen. De vraag wordt wederom gesteld om deze zaken in te plannen als wachtdienst.


VSOA haalt daarnaast ook aan dat we binnenkort twee VTE te weinig hebben.
De zonale planner haalt aan dat de huidige manier van werken goed werkt en wettelijk is. De opvolging van de teller van 104 uren wordt een zeer moeilijke oefening.
De vakbonden zijn akkoord met het huidig systeem en willen dit graag behouden.
De zonecommandant geeft mee dat hij niet wenst terechtgewezen te worden van Binnenlandse Zaken aangezien de omzendbrief niet gevolgd wordt. Hij zal het voorstel voorleggen aan het zonecollege en de zoneraad. De finale beslissing ligt bij hen.


De zonecommandant wenst mee te geven dat er heel wat discussie is geweest omtrent het presteren van optout wanneer er verlof genomen wordt. Dit verlof kan nu ingetrokken worden enkel voor dringende interventies.
Een vakbond haalt aan dat de optout uit de begroting werd gehaald en dat er enkel rekening werd gehouden met optout-uren voor wachtdiensten en interventies. Er zal dus een begrotingswijziging dienen te gebeuren indien het dienstorder ingetrokken wordt of indien het ingegeven wordt als wachtdienst of als permanente opleiding.
De vakbondsafgevaardigden zijn niet akkoord met een passage in het dienstorder wat betreft het opnemen van recupuren. Het is niet altijd mogelijk om in te plannen wanneer er recupuren opgenomen worden. Zij wensen het dienstorder aan te passen naar "recupuren kunnen opgenomen worden in samenspraak met de zonale planner". De zonecommandant is akkoord met deze aanpassing.

Dading niet eisers


De zonecommandant verduidelijkt dat de rechtszaak m.b.t. het wachthuisjessysteem is afgelopen. Er werd een dading overeengekomen tussen beide partijen.
Wat betreft de niet-eisers werd er nog geen beslissing genomen. Burgemeester Liefooghe licht toe dat de zoneraad eerst de rechtszaak wou afhandelen.


Boetes


Worden verwerkt door de personeelsdienst en er wordt navraag gedaan bij de betrokken post. Wanneer de overtreding gerechtvaardigd is wordt de boete kwijtgescholden door de politie. Indien de overtreding niet gerechtvaardigd is zal het personeelslid de boete zelf dienen te betalen.


Verslag Van het bijzonder onderhandelingscomité en het hoog overlegcomité 26 juni 2019


Stand van zaken m.b.t. de identificatiekaart voor het personeel van de hulpverleningszone.


Dit werd besproken in de raad van zonecommandanten. Zij hebben als standpunt ingenomen dat het de taak van de overheid is om de identificatiekaarten te voorzien zodat er uniformiteit is. Het kan niet dat iedere zone een eigen kaart maakt .
ACOD stelt zich vragen bij het identificeren van collega's. Wat als er geen collega in de buurt is? De zonecommandant licht toe dat het voornamelijk gaat over identificatie tijdens interventies.

Tweede pensioenpijler


Brandweer Westhoek biedt een tweede pensioenpijler aan voor de administratieve contractuele personeelsleden. Tijdens de RSZ-inspectie werd er aangehaald dat de contractuele personeelsleden die overgedragen werden van de gemeenten naar de zone vroeger een tweede pensioenpijler hadden. Zij hadden deze moeten blijven behouden.
Aan het zonecollege werd gevraagd om dit ook aan de andere administratieve personeelsleden aan te bieden.

Huishoudelijk reglement bureau van vrijwilligers
Het aantal leden van het bureau van vrijwilligers wordt als volgt vastgelegd:
Basiskader                                                             4 deelnemers
Middenkader                                                         3 deelnemers
Hoger Kader                                                           2 deelnemers
Hulpverlener- ambulancier                                    1 deelnemer
Coördinator hulpverlener-ambulancier                1 deelnemer
Administratief medewerker                                   1 deelnemer

De zonecommandant licht toe dat er geen continue verloning zal zijn, het bureau kan niet samenkomen wanneer zij dat wensen. Er dient gewerkt te worden aan de hand van projecten.

Afsprakennota AZ West


Het is omslachtig dat de hulpverlener-ambulancier de DECT telefoon moet bijhouden voor de oproepen. De zonecommandant licht toe dat dit een gemaakte afspraak is waar niet op teruggekomen wordt.
De personeelsleden moeten eigen reservekledij meebrengen, er is een kast aanwezig waar deze opgeborgen kan worden. Het is niet mogelijk om voor iedereen een persoonlijke locker te voorzien.

Wat betreft de verzekering en burgerlijke aansprakelijkheid werd onderstaand antwoord verkregen van AZ West:
➢ Voor wat betreft de Arbeidsongevallen van de ambulanciers van de hulpverleningszone.
Daar zij op de payroll blijven staan van de hulverleningszone, blijven zij onder hun eigen AO-verzekering vallen.
➢ Voor wat betreft de BA, kunnen we zoals eerder reeds gemeld zeker de ambulanciers opnemen als "geleend" personeel.

Onderwerp: afsprakennota az West - Brandweer Westhoek


1. Toepassingsgebied

Onder vermelde afspraken zijn van toepassing op het personeel van Brandweer Westhoek met de specialisatie hulpverlener-ambulancier die functioneren binnen het vermelde samenwerkingscontract. Dit gaat over zowel beroepspersoneel, als vrijwillig
personeel, zowel mannelijk als vrouwelijk personeelsleden, zowel brandweerman-ambulanciers als hulpverlener-ambulancier niet-brandweermannen en de coördinatoren ambulancier. Naar deze groep wordt verder verwezen als de "hulpverlener-ambulancier".

1 hulpverlener-ambulancier van Brandweer Westhoek verzorgt de ambulancedienst samen met 1 BBT-verpleegkundige
van az West.

2. Doel

Deze afsprakennota heeft als doel een goede samenwerking te realiseren door
afspraken te maken met hulpverlener-ambulanciers werkzaam binnen de muren van az
West maar die niet gebonden zijn door het arbeidsreglement van az West.

3. Taak

  • De hulpverlener-ambulancier voert ritten uit in opdracht van de NC 112.
  • De BBT-verpleegkundige staat in voor de nodige administratie m.b.t. de uitgevoerde ritten in Pitreg.
  • De hulpverlener-ambulancier beheert de GSM.
  • De hulpverlener-ambulancier doet samen met de BBT-verpleegkundige (wanneer de situatie het toelaat) het nodige om de ambulance in goede staat te onderhouden en maakt de ambulance onmiddellijk paraat na elke uitruk.
  • Tussen 07u00 en 19u00 kan de hulpverlener-ambulancier mee op de spoeddienst handelingen uitvoeren binnen de mogelijkheden en beperkingen opgelegd via de nationale vigerende standing orders en procedures erkend door
    az West en door de PCDGH.
    Hieronder werd een niet limitatieve oplijsting gemaakt:

o Bij aanvang shift:  samen met BBT-verpleegkundige controle doen van de ambulance en aftekenen checklist.

o Het continu bijhouden van de DECT telefoon hulpverlener-ambulancier n° 3165 voor interne oproepen (NIET voor interne noodoproepen).

o Hulp bieden op de dienst spoedopname in onderling overleg en met het nodige respect, de nodige goodwill en de nodige motivatie in beide richtingen.

o Er moet steeds rekening gehouden worden met de uitruktijd van de (PIT) ambulance.

  • Op rustige momenten of bij aanwezigheid van stagedoend personeel (school, defensie, ...) kan de hulpverlener-ambulancier administratief werk verrichten voor Brandweer Westhoek. Hiervoor zal az West na de verbouwingen een lokaal voorzien met pc en printer. In afwachting daarvan wordt een ander ander lokaal op de spoeddienst voorzien.
  • De hulpverlener-ambulancier is geen vervangend personeelslid van de spoedafdeling en kan dan ook niet worden ingezet wanneer bv. een verpleegkundige ziek is, ....


4. Essentiele richtlijnen binnen az West en aantal richtlijnen zijn essentieel voor een goede (samen)werking en zijn
overeenkomstig het arbeidsreglement van Brandweer Westhoek en az West:

Arbeidsreglement Brandweer Westhoek:

  • Beroepsgeheim art 260
  • Roken op het werk art 224-225
  • Alcohol-, drugsgebruik en medicatiemisbruik. art 221-223
  • Infectiepreventie voor ziekenhuiswerkers art 216, 219

Arbeidsreglement az West:

  • Kwaliteit, patiëntveiligheid en accreditatie Het ziekenhuis neemt deel aan verschillende initiatieven voor
    kwaliteitsverbetering en patiëntveiligheid. We verwachten dat elk partij actief deelneemt aan dit beleid voor kwaliteit, patiëntveiligheid en accreditatie.

1. Praktische organisatie

De ambulance:

De ambulance wordt 's nacht gestationeerd ter hoogte van carport CAD, de BBT-verpleegkundige begeeft
zich bij oproep naar de standplaats van de ambulance. De hulpverlener-ambulancier begeeft zich vanuit het nachtverblijf naar de ambulance.

De ambulance wordt overdag gestationeerd aan de uitgang van spoed.

Het klein materiaal wordt aangevuld door de hulpverlener-ambulancier met materiaal van het ziekenhuis.

Tankbeurten worden bij Romac uitgevoerd door de hulpverlener-ambulancier en de BBT-verpleegkundige
samen zodat de PIT ambulance beschikbaar blijft. De tankkaart bevindt zich ofwel in het handschoenkastje ofwel onder de zonneklep.

In het dokterslokaal staat er een kast ter beschikking voor het eigen specifieke ambulance materiaal. Deze kast is steeds open.

De MUG:

Na een MUG interventie zal de BBT-verpleegkundige met het MUG voertuig terugkeren.

DECT-Telefoon:

De oplader staat in de rustkamer. 's Nachts wordt gevraagd om de telefoon naast het bed op te laden. Buitenlijnen zijn mogelijk na het voordraaien van '0'.

Op het einde van de dienst wordt de telefoon doorgegeven aan de collega.

Formulieren "controle ziekenwagen":

De hulpverlener-ambulancier legt deze formulieren in het speciaal daarvoor voorziene bakje op de spoeddienst.

Reservekledij:

De hulpverlener-ambulancier dient hiervoor volgens de regels vastgelegd in het arbeidsreglment in te staan.

Parking eigen wagen:

Op de bezoekersparking van az West. Deze is gratis mits het vragen van een ticket op spoed bij het verlaten van de dienst.

Zuurstofflessen ambulance:

Dit wordt via het ziekenhuis geregeld.

Voeding:

De hulpverlener-ambulancier voorziet in zijn eigen maaltijden. Er kan aan personeelstarief een warme maaltijd bekomen worden in het restaurant van az West mits reservering. In


  • West mits reservering. In het restaurant mag niet in dienstkledij gegeten worden. Er kan wel een maaltijd afgehaald worden om dan in de keuken van spoed op te eten. Nadien dient de plateau op de kar geplaatst
    worden.
  • Bruisend water, plat water, koffie, soep, thee en melk kunnen vrij in de keuken van spoed verkregen
    worden.

    Daarnaast kan vrij gebruik gemaakt worden van de keuken van spoed waar een koelkast en een microgolfoven ter beschikking staan. In de koelkast moet alles gelabeled worden met de naam van de eigenaar.

    Pauze:

    De hulpverlener-ambulancier heeft recht op 1 uur middagpauze. Deze pauze moet onderbroken worden in geval van interventie en wordt na de interventie verder gezet.

    Roken:

    Er geldt een algemeen rookverbod in het ziekenhuis, met uitzondering van het rooklokaal aan de cafetaria.

    Rustkamer:

    Deze kamer is enkel ter beschikking voor de hulpverlener-ambulancier tussen 1900 en 0700.

    De elektronische sleutel met toegang tot de rustkamer, wordt aan elkaar doorgegeven bij de dienstwissel.
    Volgende personen hebben ook een sleutel met toegang tot deze kamer: de schoonmaakdienst en verantwoordelijken met een loper.

    Er is een afstandsbediening voor de televisie ter beschikking in de kamer.

    Toegang tot het WIFI netwerk is mogelijk via het "guest network". Het wachtwoord hiervoor is terug te vinden op de kamer.

    De kamer wordt 1 maal per dag gereinigd door de schoonmaakdienst. Het bed wordt door de hulpverlener-ambulancier zelf opgemaakt met linnen ter beschikking van het ziekenhuis.

    Handdoeken liggen ter beschikking op de kamer.

    Er mogen geen huishoudtoestellen aangesloten worden.

    Opmerkingen VSOA:


    De aangepaste afspraaknota werd nagezien het is alvast een stap in de goeie richting.

    Op de hoc en boc van 19/03 werd unaniem beslist door de vakorganisaties om enkel akkoord te gaan met punten A-B-C van de eerste afspraaknota op 21/02 vermits we werken binnen de muren van een externe werkgever waarbij we rekening moeten houden met art 15 en 16 van ons eigen AR die van toepassing is op elke medewerker van onze zone.Art 4 en 5 zijn ook duidelijk wat betreft onze taken en functies wat niet wegneemt dat mensen elkaar mogen helpen en elkaar iets kunnen vragen dat staat buiten discussie maar het kan niet opgelegd worden door een externe werkgever laat staan meegenomen worden op een evaluatie dit is een breekpunt voor het VSOA maar ik zie dat de nota die richting uitgaat daarom geef ik op u vraag mijn opmerkingen. Ik mis nog enkele belangrijke praktische regelingen en afspraken voor de hulpverleners-ambulanciers in az West.

    Taken

    • Handelingen en taken op spoed laten/mogen/kunnen uitvoeren door onze hulpverleners kan niet vermits we daar niet tewerkgesteld zijn (art.15 en 16 AR ) .
    • · Hulp bieden op spoed in overleg met wie ? Wat als er een klacht komt van een patiënt... .
    • · Draadloze telefoon bijhouden voor interne oproepen binnen de muren van een ziekenhuis kan niet want onze taken en functies liggen vast in art.4 en 5 AR of wordt er iets anders verstaan onder interne oproepen (elkaar verwittigen bij een oproep van NC 100)dan kan het wel gezien de constructie v/h gebouw en daardoor problemen kan geven met de zakontvangers.
    • · In welk lokaal mag er adm. gedaan worden want de verbouwing is nog niet begonnen en dit is niet echt duidelijk vind ik in de nota.

    Essentiële richtlijnen

    • Het AR van az West is niet van toepassing op ons en kan dus ook niet vermeld staan in de nota puntje 3 want wij zijn geen ziekenhuismedewerkers.

    Praktische organisatie

    • Parkeren voor ons personeel is altijd gratis .
    • · Verzekering woon-werk verkeer gezien art.15 en 16 ? Je valt met de fiets op weg naar het ziekenhuis ?
    • · Voeding :

De keuken van spoed of lokaal van de dokter behoort niet tot onze werkplaats de werkgever moet sociale voorzieningen ter beschikking stellen voor zijn werkgevers dit is terug te vinden in titel 1 inzake de basiseisen betreffende arbeidsplaatsen van boek 3 van de codex over het welzijn op het werk.

In bijlage III.1.1 van de codex zijn de minimumvoorschriften , van toepassing op sociale voorzieningen , vastgelegd nl: de werkgever zal volgende sociale voorzieningen ter beschikking stellen van de werknemers

-sanitaire voorzieningen (kleedkamers, douches en wastafel , toiletten)

-Een refter en een rustlokaal vermits we niet mogen eten in dienstkledij in het restaurant v/h ziekenhuis volgens de nota .

-persoonlijke lockers· 

 De ligging, de inrichting en de uitrusting van de sociale voorzieningen worden bepaald door de werkgever, nadat hij het advies van de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer en het comité voor preventie en bescherming op het werk heeft gevraagd.

· Locatie rustkamer ? We gaan ervan uit dat studio 3 en 4 ter beschikking waren van de zone ?

· Waarom huidige rustkamer(studio's) enkel ter beschikking stellen tss 19u00 en 07u00 dit zou toch kunnen dienen als sociale voorziening voor iedereen .

· Dat we mogen eten aan personeelstarief is niet nieuw maar dat we moeten reserveren en de maaltijd afhalen begrijp ik niet goed.